vrijdag 12 februari 2010

Uit handen geven














Terwijl ik dit blogje typ, zit ik lekker achter de pc in een verwarmde woonkamer met een rustig muziekje op de achtergrond. Als ik me voor me uit kijk, kan ik de vogels in het besneeuwde stuk bos voor ons huis zien fourageren. Tegelijkertijd is er boven iemand de was aan het ophangen die mijn achternaam niet draagt. Een vrouwspersoon nog wel. Het is niet mijn schoonmoeder nee. Totaal geen familie of vriendin zelfs. En nee, zij is ook niet onze werkster. Of mijn concubine. Deze dame zal wel straks ook nog onze beide toiletten reinigen en de badkamer een bescheiden beurt geven. Als er dan nog tijd over is wordt ook de benedenverdieping gestofzuigd. Ik zie wel hoever we komen.

Maar wie is zij dan?

Deze dame is familie in de Heer. Na enige aarzeling hebben we ons gewend tot de kerk om hulp te vragen. Ook hebben we dat gedaan bij het zogenaamde WMO-loket in onze woonplaats. Maar voordat je daarvan hulp krijgt, zal de sneeuw allang verdwenen zijn. Ambtelijke molens werken nu eenmaal langzaam.

De vrouw die nu het huishouden doet is diaconaal werkster voor onze wijk en kwam, samen met een andere zuster die in onze kerkelijke gemeente contactpersoon mag heten, onlangs even praten over wat we aan praktische hulp nodig hebben. Beide gepensioneerde vrouwen verklaarden zich ter plekke bereid om een aantal huishoudelijke taken te komen verrichten. En nu is het dan zover.

Ik moet zeggen dat het niet meevalt om een relatief onbekende vrouw in mijn huis allerlei werkzaamheden te laten doen die ik veel liever niet aan derden overlaat. (Wel aan tweeden, maar dat zit er ‘even’ niet meer in.) Misschien heeft mijn aversie te maken met een gevoel van aantasting van je privacy. We zijn niet gewoon in Nederland om iemand die in feite een huiselijke buitenstaander was direct toegang te verlenen tot onze privévertrekken teneinde die eens flink te laten reinigen. Ik voel me ronduit gênant. Misschien ligt dat ook wel aan mijn mannelijke laksheid in bepaalde huishoudelijke zaken. Ik maak best veel schoon, maar bepaalde zaken (bovenkanten van kastjes bijvoorbeeld) laat ik letterlijk verstoffen. Of zie ik ze gewoon niet. Ik heb er zogezegd al gauw eh… schoon genoeg van. Mannen blijken een blinde vlek te hebben voor sommige huishoudelijke zaken heb ik wel eens gelezen in een damesblaadje. O help. Nu ben ik dus niet alleen onthand maar ook nog half blind. Ik denk er daarom hard over om af te reizen naar het land der blinden. Want het spreekwoord luidt vervolgens:


Daar...


1 opmerking:

Mirjam zei

Oei, ja, moeilijk, anderen in je huis! Vind ik zelf ook altijd. Moeilijk om hulp te vragen. Het is veel makkelijker om te geven :)

Sterkte! :) Maar nu misschien wel een schoon huis met als bonus schone kast-bovenkanten ;)