woensdag 17 februari 2010

COLUMN 2: UIT DE MOND DER KINDEREN....




















UIT DE MOND VAN KINDEREN…


We zaten aan de eettafel en zongen tot slot nog het lied ‘Jozef zoekt zijn grote broers’. Een eindje op weg in het lied zingt Elias: “Jozef wordt als worst vereerd…”

Purperpol en ik hebben de gewoonte gehad om alle leuke kinderuitspraken op schrift vast te leggen en een aantal daarvan, de meest ‘christelijke’, volgen hieronder.

Wie bekend is met de inmiddels klassieke kinderliedjes van Elly en Rikkert Zuiderveld weet de volgende gezongen versregels wel op waarde te schatten:

“Jezus, Jezus, buig U voor mijn troon…”.

Of deze:

“Tot zeven maal zeventig maal, geef ik een ander de schuld…”

Me dunkt: een koud staaltje van het spreekwoord Het leven is sterker dan de leer….

En dan is er ook nog het alom bekende Jericho-lied. Vanuit de wc hoorden we het volgende geluid: “Jerichooo, Jerichooo, mama kom, ik heb gepoept, dat zie je zooo!”

Toen we het lied “Mijn God is zo groot” uitgezongen hadden vroeg Elias: ‘Waarom slaat Hij je dan?’ Bij navraag bleek dat hij de versregel “Hij slaat Z’n arm om je heen”, zich wat al te plastisch had voorgesteld.

Maar zo kan de taal van alledag ook doorspekt zijn van bijbelse terminologie: “Papa’s gitaar hangt aan een nieuwe opstanding.” Of deze: “Ik ben de winnaar en jij was de verlorenaar.” En toen Luuk eens opgetild  wilde worden vroeg hij: “Wil je mij opdragen?” Maar zo rond Pasen konden de zaken ook danig uit de hand lopen; als Luuk (toen 3) een z’n zin niet kreeg voegde hij zijn broer toe: “Anders word jij gekruisigd!”

De dood is een onderwerp van diepere gedachten in een kinderziel. We vertelden Elias dat ook kinderen dood kunnen gaan maar dat de meeste kinderen natuurlijk blijven leven. Terwijl we op de fiets twee oudjes passeren zei hij: “Ik ga nog lang niet dood. Dat weet ik zeker. Ik denk dat, omdat ik aan de dood van grootoma denk. Sómmige kinderen gaan al dood, maar ik ben een meeste-kind.” Grootoma werd kort na haar overlijden overigens doodoma genoemd…

En nu we toch over kinderangsten schrijven: vaak baden we, in algemene termen, met de kinderen voor een goede nachtrust, zonder gevaar. Dat sprak Elias bijzonder aan en inspireerde hem het volgende, in zeer concrete terminologie, aan ons gebed toe te voegen: “En als ze tóch komen, dat ze dan mis schieten.” Een andere keer bad hij of het gevaar thuis kan blijven. Sindsdien vragen wij ons af waar het gevaar dan wel woont…

In een christelijke zomervakantieweek hoorden we van de clubjuf dat Luuk, na een prachtig bijbelverhaal aangehoord te hebben, spontaan uitriep:

 ‘Maar ik wíl helemaal niet naar de hemel!’

Sinds die dag geloven wij niet meer in predestinatie…

3 opmerkingen:

Bree zei

superleuk
ward maakt ook van die heerlijke opmerkingen

Zeeuwse Mama zei

Gewéldig zeg!

Unknown zei

:)
Zó herkenbaar!