Toen Jezus met zijn leerlingen en gevolgd door een grote menigte weer uit Jericho vertrok, zat daar een blinde bedelaar langs de weg, een zekere Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Toen hij hoorde dat Jezus uit Nazaret voorbijkwam, begon hij te schreeuwen: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!’ […] Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’ Ze riepen de blinde en zeiden tegen hem: ‘Houd moed, sta op, hij roept u.’ Hij gooide zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. Jezus vroeg hem: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Rabboeni, zorg dat ik weer kan zien.’
Jezus zei tegen
hem: ‘Je bent veel meer dan je blindheid. Blijf niet langer in je
slachtofferrol hangen, maar ga positief in het leven staan. Een proactieve
houding is het halve werk. Probeer aan je blindheid voorbij te zien. Kijk naar
wat je nog wel kunt, in plaats van telkens weer de nadruk te leggen op wat niet
kan. Je bent een uniek mens, met even unieke mogelijkheden!’ De blinde bedelaar
had nu veel om over na te denken, zodat hij ook hierdoor niet kon opspringen om
Jezus te gaan volgen. Wel was hij natuurlijk vreselijk dankbaar voor de bemoedigende
en activerende woorden van rabbi Jezus, die zijn ogen toch maar mooi symbolisch
had geopend…