donderdag 13 mei 2021

Helemaal goed

 Een misverstand is snel gemaakt.

In mijn vorige blog repte ik over een voorvalletje van niks dat ik precies om die reden enigszins had uitvergroot. Vooral om mijn punt te maken. 

Een anonieme reageerder vatte dat op als een bijna frontale aanval op het winkelpersoneel in het algemeen. Zo zou je het óók kunnen opvatten, maar ik heb niet het idee dat het winkelmeisje in kwestie die avond huilend is thuisgekomen, die nacht niet kon slapen of de volgende ochtend hevig aan het twijfelen was geslagen of ze nog wel zou willen werken als winkelmeisje (of tegenwoordig waarschijnlijk: shop host). 

Overigens had deze reageerder zelf verdacht weinig moeite om zijn/haar waardeoordeel over mijn persoontje uit te gieten, precies waar het mij in feite om ging, maar toch.

Wat ik in het vorige blogberichtje NIET vermeldde is dat ik kort daarop met een goede vriend een wandeling of twee maakte in een van de vele prachtbossen die de Lage Landen rijk zijn, met daartussendoor een culinaire stop op een terras (woord van het jaar).

We hadden het er samen over, over dat 'helemaal goed' dat je tegenwoordig OVERAL hoort. 'Let straks maar eens op', zei ik nog tegen hem.

En verdraaid, als het niet waar was, in het ultrakorte contact dat we hadden met het alleraardigste meisje dat onze bestelling welwillend kwam opnemen (duur: ongeveer twintig seconden), konden we twee keer het modieuze adagium noteren. Mijn vriend viel bijna van zijn stoel van verbazing. 

Nadat we nog een derde 'helemaal goed' mochten noteren bij het serveren (tegenwoordig: UITserveren, zie: OPtelefoneren, UITprinten en INschatten) van het bestelde, konden we ons lachen niet meer houden toen we de serveerster vroegen om de rekening. 

We legden het uit en het stomverbaasde deerntje gaf ons direct volkomen gelijk. Ze had werkelijk geen flauw idee dat ze dit zo vaak zei, en besloot ter plekke om er eens op te gaan letten. Vooral nadat ik had duidelijk gemaakt dat ze in feite een waardeoordeel (of een vreemd soort compliment) over iets gaf wat in feite heel gewoon was, namelijk het bestellen en afrekenen van wat consumpties.

Ach ja, zo kan het natuurlijk ook. Met tekst en uitleg. Maar helaas is daar in elke situatie niet de tijd voor, zoals in een rij voor de kassa. Misschien moet ik in zulke situaties maar eens leren mijn tong af te bijten. Dat is beter dan verdachtmakingen op mij te laden. 

Eind goed, al goed.



 

 


woensdag 5 mei 2021

Het meisje van de Etos

 

Arm meisje van de Etos.

Ze trof het niet.

Ze trof namelijk mij: een enigszins op leeftijd rakende meneer, met een overgevoelige geest voor de Nederlandse taal.

Ze stond die middag achter de kassa en was nog bezig met de klant vóór mij. In de korte dialoog die klant en caissière voerden, hoorde ik al twee keer het ‘helemaal goed’ langskomen. Dat beloofde niet veel goeds. Toen ik aan de beurt was vlogen de ‘helemaal goeds’ mij zodanig om de oren (telde ik er nu twee of drie in ons dialoogje van twintig seconden?) dat ik er kribbig van werd. Waarom? Omdat dit modieuze superlatief nergens voor diende en een soort waardeoordeel was van doodeenvoudige handelingen mijnerzijds zoals wat ik wilde afrekenen op de toonbank leggen (‘helemaal goed’) en het houden van mijn pinpas voor de scanner (‘helemaal goed’) en het antwoorden dat ik verder niets meer nodig had of dat ik “alles” heb kunnen vinden (‘helemaal goed’).

Dat ik iets koop - maakt niet uit wat - is tegenwoordig ‘helemaal goed’ en dat ik wat ik wil kopen ook nog betaal is dus ook ‘helemaal goed’. Ik besloot het spelletje maar mee te spelen – vaak is dat het beste – en zei afsluitend dat ik nu ging proberen om mijn mandje weer ‘helemaal goed’ bij de ingang op de stapel daar achter te laten. Het meisje van de Etos was inmiddels zo verbouwereerd over deze vreemde man dat ze prompt vergat om ‘Fijne dag nog!’ te zeggen. Noem het winst.

Nog even over dat “alles”. Het winkelwichtje vroeg mij dus ook nog: ‘Hebt u alles kunnen vinden?’ Waarop ik zou hebben moeten antwoorden: ‘Gelukkig niet! Stel je voor dat ik alles hier in deze winkel heb moeten kunnen vinden! Is dat een voorwaarde om hier klant te zijn, dan? Of bedoel je soms te vragen of ik alles heb kunnen vinden wat ik nodig had? En vond je die zin te lang en kortte je die daarom maar in, zodat je nog woorden over had om mij volkomen overbodige ‘helemaal goeds’ te kunnen toewerpen?’

Maar in plaats daarvan hield ik het kort: ‘Ik had niet alles nodig’.

Ja, ik weet het. Soms ben ik een nukkige oude man. 

Dat oude gaat niet over, dat nukkige wel. Als ik tenminste (helemaal) goed wordt bejegend in de winkel. Zo niet, dan word ik daar helemaal niet goed van…