vrijdag 17 december 2010

Stelende of schenkende kerstman?

Allereerst een recent krantenartikeltje, weggestopt op pagina 13 maar toch:


Eigenlijk ben ik het gloeiend met deze oud-bisschop eens. Maar er is toch een soort kentering ontstaan bij uw Heer van Stand. Dat heeft alles te maken met een (noodlottig?) voorval van eind vorig jaar. Ik heb er toen gelijk een column over geschreven die ik nu op het wereldwijde web gooi. Doe er uw eh... voordeel mee.

De Kerstman in Albert Heijn

Albert Heijn,19 december 2009 - 14.17 uur. Ik parkeer mijn karretje bij kassa vier en zet voorzichtig de zes levensmiddelen, die ik even daarvoor ijlings uit de schappen plukte, op de lopende band. Op twee ervan prijken 35% kortingstickers, want van columns schrijven word ik niet vet. Uit mijn rechter ooghoek zie ik een kerstkabouter (die door menigeen steevast abusievelijk als kerstman wordt aangeduid) aan komen lopen. Ho, ho, ho, wil ik zeggen, maar ik besef me nog net op tijd dat ik me dan zou bezondigen aan zijn beperkte vocabulaire. Gewoon negeren dan maar - ik verman mij en ik richt me tot de caissière. De bolle buik komt echter mijn kant op en ik vermoed dat hij even achter mij langs om onbekende redenen de winkel in wil. Nu wil het geval dat ik van huis uit natuurlijk enorm haatdragend ben tegenover zo’n geïncarneerd reclamebord van alles wat maar enigszins fout is rond 25 december. En dat is veel. Denk aan materialisme, egocentrisme, heidense zonnewendevieringen en niet te vergeten Coca Cola: ooit de bedenker van dit vadsige consumptie-icoon.
Toch wint dit keer mijn goede inborst. Ja, echt. In plaat van hem pootje te lichten, maak ik me klaar om deze nepklaas hoffelijk achter mij langs te laten gaan, maar tot mijn verbazing gaat hij pontificaal naast me staan en trekt doodleuk een creditcard door het pinapparaat. Ik begrijp over het algemeen al vrij weinig, dus laat staan dit. Dat wordt er niet beter op als de muts orakelt: ‘Je gelooft je ogen zeker niet, hè?’ Een understatement: ik ben in opperste verwarring. Wordt me hier een poets gebakken? En zo ja, welke houding moet ik aannemen: woede, irritatie, afkeer? Of - geheel in stijl - goedgemutstheid in dit geval dan maar? Ik besluit een neutrale houding aan te nemen en wend me opnieuw tot het wettige gezag in dezen: de caissière. ‘Ik begrijp niet wat er hier gebeurt’, spreek ik naar waarheid. ‘Er is zojuist voor u betaald meneer. Dit is een actie van de winkeliersvereniging,’ helpt de kassajuf deze oude sukkel weer op weg. Nu weet ik al helemaal niet meer waar ik moet kijken. Hoogste tijd dus om iets doms te zeggen. ‘Ik geloof eigenlijk niet in kabouters’, blaat ik laaghartig in een poging om niet al te meegaand over te komen. In mijn ziel vecht Scrooge een ongelijke strijd tegen mijn principiële inborst. De vrek wint. Ik pers er nog een ‘nou, bedankt’ uit en verdwijn gauw naar huis.
Daar aangekomen word ik weer wat vromer en besef het volgende: Onverwacht, onverdiend en zonder tegenprestatie te eisen heeft de Kerstman voor mij betaald. Deze ouwe Scrooge werd alles zomaar kwijtgescholden. En zo ontving ik voor het eerst in mijn leven waarachtig een zalige AH-erlebnis...

1 opmerking:

Ada zei

Hier in Engeland is het geven van geschenken een belangrijk onderdeel van kerst. Vreselijk druk in de stad nu. Het vreemde is dat op tweede kerstdag, dus een dag nadat bijna iedereen stapels cadeaus ontvangen heeft, de uitverkoop begint en men weer gaat winkelen, nu om koopjes te bemachtigen. Heeft men nooit genoeg?
Waar wij ook aan moesten wennen was een kortere dienst dan normaal op 1e kerstdag, want iedereen is zo druk met het koken en de familie.
Ada in Engeland