maandag 20 december 2010

Dooi en dooier


Afgelopen zondag vergeleek onze dominee onze koude, witte wereld met die van Narnia.
De sneeuw om ons heen was weliswaar betoverend mooi en gaf onze leefomgeving een romantische gloed, maar we moesten niet vergeten, zo stelde hij, dat dit land ook daadwerkelijk betoverd was door de vijand en we dientengevolge dienden te verlangen naar de Grote Dooi.

Hoewel we niet met elkaar getrouwd zijn is onze dominee helemaal mijn man. Zo eens ben ik het met hem. Narnia is mooi, maar dan wel vanachter glas. Binnen is het gezellig, warm en veilig, terwijl buiten het gevaar loert. Koning Winter strooit met botbreuken, blikschade en builen alsof het niets kost (wat bepaald niet zo is). En zijn trawanten Gladheid, Valpartij en Botsing wachten op elke hoek om ons genadeloos onderuit te halen. Al begreep ik van onze herder en leraar wel dat we niet geroepen waren om achter het glas te blijven zitten, maar veeleer als een zoutend zout de weg op moesten gaan, om maar in stijl te blijven.

Ondertussen tracht ik met de moed der wanhoop het stoepje voor ons huis schoon te vegen. Het zijn de kleine dingen die het doen. Maar ik strijd niet alleen want ik bevind me in het goede gezelschap van een flinke schep, een kloeke bezem en een zakje zout met toegevoegd jodium, al twijfel ik of dat laatste extra helpt tegen al deze overmacht. Het is wit tegen wit, zou je kunnen zeggen. Maar het ene wit is sterker dan het andere. Dat dan weer wel.

U ziet: ook een pantoffelheld als ik verlang hevig en daadwerkelijk naar de Grote Dooi. En terwijl ik heftig te keer ga en op de vierkante meter dapper mijn mannetje sta, bedenk ik dat ik zelf eigenlijk een soort Kleine Dooier ben. Een soort Calimero in eh... de dop. En dat terwijl ik toch al geruime tijd het eiwit achter me heb gelaten.

Geen opmerkingen: