woensdag 20 juli 2011

De OLV te Damme


De Onze Lieve Vrouwkerk van Damme is me een rare. Damme, moet u weten, is een lieflijk stadje in de buurt van Brugge. We waren daar als gezin vanuit ons vakantieadres in Zeeuws-Vlaanderen naartoe gefietst. Wij zijn namelijk dol op leuke stadjes en als beminde gelovige kun je dan de plaatselijke kerk niet ongestraft links laten liggen. Zo toog ik, geheel anders dan Kortjakje, middenin de week ter kerke. De ene kant van deze kerk bleek een naargeestige bouwval waarbij het zonder al te veel overdrijving leek alsof het nog steeds 1944 was. Vreemd genoeg kon dan de aangrenzende toren nog wel beklommen worden. Het was maar goed dat ik hoogtevrees heb, want vooral het afdalen van de 128 ongelijke treden bleek geen pretje, hoorde ik achteraf van Lydia voor wie anders geen hoogte te hoog is.
De andere kant van de kerk bestond uit een schitterende kapel waarin bij de entree een bordje opviel waarop stond te lezen dat deze kerk voorwaar geen religieus museum was, maar een huis van gebed en bezinning. Deze vrome woorden stonden echter in flagrante tegenstelling met de vele tentoongestelde religieuze voorwerpen die voorzien waren van nummertjes en aan de hand daarvan nader werden uitgelegd in een handige gratis folder.

Ik nestelde mij op de achterste rij stoelen, want een nazaat van de Reformatie moet zijn plaats weten in een roomse kerk. Ergens voor mij zat een man langdurig met zijn hoofd in zijn handen en ik bedacht dat hij natuurlijk zijn zonden zat te overdenken, hetgeen mij nogal ontroerde.

Op dat moment ging er een mobieltje af. De zijne. Mijn ontroering bevroor ter plekke en vanuit de plotseling ingevallen vrieskou in mijn ziel groeiden grillige ijsbloemen van superioriteitgevoelens. Hoe aards kun je zijn om in het huis van God niet alleen je mobieltje af te laten gaan maar ook nog te willen beantwoorden?, verontwaardigde zich de Farizeeër in mij en ik dankte de hemel dat ik niet was als deze man. Nog afgezien van al mijn tienden en vasten. Maar terwijl ik ons onderlinge geloofsverschil zo prettig aan het uitdiepen was, schoot me opeens een confronterend Bijbelgedeelte te binnen. Wee mij. Om mijn geweten te kuisen wilde ik daarom direct boete doen en zochten mijn ogen ijlings het biechthokje op. Maar dat bleek louter als curiosum in het museale gedeelte te staan, naast een paar gedateerde aflaten waar ik dus ook al niets aan had. Wat ik dus zei: de Onze Lieve Vrouwkerk van Damme is me een rare. Ik voelde me er erg in thuis.



Geen opmerkingen: