maandag 18 februari 2013

Glorie en schande


De kerk bestaat uit mensen die als het moeilijk wordt het vuile werk graag door een ander laten opknappen. Ze bestaat uit zwakkelingen die het zelf niet kunnen bolwerken. Huichelaars en goochemerds. Mensen die de kat in het donker knijpen en het achter de ellebogen hebben. Mannen met eerzucht en vrouwen met praalzucht. Burgermansfatsoen overspoten met een dun laagje religie. Met kerst zit de hele meute in de kerk te zingen van vrede op aarde, maar als het er echt op aankomt, blijft de goegemeente net zo gemakkelijk op de bank hangen. De mond vol over Jezus en genade en vergeving, maar in praktijk zie je totaal geen verschil met welk ander mens dan ook. Op zijn best een groep goedbedoelende, maar niets bereikende vrijwilligers met een iets te groot geweten en een veel te klein gevoel voor realiteit. De kerk? Dat is een volkomen achterhaald instituut met een geschiedenis waar ze, als je geluk hebt, zelf liever niet aan herinnerd wil worden. En één van hen ben ik.


De kerk bestaat uit heiligen die gekocht zijn door het bloed van het Lam van God. Ze bestaat uit uitverkorenen die de hemel hebben geërfd. Mensen die zich afhankelijk hebben gemaakt van hun Verlosser. Kinderen van de Allerhoogste die zich niet hebben bevlekt met de zonden van deze wereld. Beide benen op de grond en het hart in de hemel. In de wereld, maar wezenlijk anders. Vol geloof, vol hoop, vol liefde. De kerk wordt behuisd door mensen die laten zien wat het is om de minste te willen zijn. Niet uit op effectbejag of eergevoel. Hun kruis opnemend lopen ze hun Heiland achterna, waar hij ook gaat. En waar hij is, daar zijn zij. Uit de hemel geboren, naar de hemel onderweg. Alle ballast verloren, alles afgelegd wat aards is. Licht en vrij en vol van leven. Olie voor hun lampen en brood en wijn als levenskost. Geschoeid met het evangelie van de vrede en bewapend met het Woord van de waarheid. Brandende harten en vurige liefde. Met een staat van dienst waar je jaloers op kan worden. Alles om niet ontvangen van hun enige Heer, die een eindeloze liefde voor hen koestert. En  één van hen ben ik.

 

2 opmerkingen:

Fokelien zei

Dusss. Niets menselijks is ons vreemd.

Anoniem zei

ik ook
maomiomm