woensdag 14 november 2012

Sadder and wiser

Afgelopen zaterdag ben ik, door enig toeval, in Rommeldam geweest, de stad van mijn jeugd. Aanvankelijk zou ik samen met vriend B. naar 's Hertogenbosch afreizen om daar gebroederlijk de statige en stokoude Heilige Jan te bezoeken, maar helaas gooide zowel een kapot treinstel van de NS alsook de defecte automobiel van B. roet in het eten. Jan moest dus nog even wachten, maar gelukkig heeft hij nooit haast. Je bent een heilige of je bent het niet.


Dan dus maar Rommeldam. Het voelde goed om daar weer eens te zijn, ook al was het koud en nat en winderig. 't Liefs bezoek ik mijn geboortegrond namelijk op een zonnige zomerse dag zodat ik alles goed kan zien zonder de handicaps van allerhande weerkundige ongemakken, maar men kan niet alles hebben in dit ondermaanse bestaan.

Het enige wat mij eigenlijk nogal tegenviel was eh... mijzelf. Dit moet ik even uitleggen. U moet namelijk weten dat ik enigszins behept ben met het Peter Pansyndroom. Ergens diep in mijn psyche heb ik altijd het waanidee omklemt dat nou juist ik degene ben die niet ouder word en voor altijd en forever young blijft. Zeg nu zelf, vergeleken bij vriend B. ben ik van ons twee toch maar mooi degene die de minste kilo's weegt en opnieuw vergeleken met hem het nog ruimschoots wint waar het gaat om de hoeveelheid - of hoeweinigheid - hoofdhaar (actuele stand 4 - 0). En ook als het gaat om jeugdig elan, rebelsheid en hoogstaand cultureel leven waande ik mij van ons tweeën koning in het land der blinden.

Die waan bleef in stand tot het moment dat wij ons in Rommeldam even moesten haasten om een aansluitende metroverbinding te halen. Met de souplesse van een jonge god spoedde vriend B. zich met een noodgang (in Rommeldam beter bekend als een rotgang) van de trap af om ruimschoots als eerste van ons twee in de metro te stappen. En dat zonder ademnood. In feite was ik nog maar nauwelijks begonnen af te dalen toen B. allang beneden was en in feite al met één been in de metro stond.

Alsof deze vernedering nog niet voldoende was en mijn ego nog meer moest worden getergd wist B. zich ook nog op te werpen als de Grote Begeleider en Gids in het rauwe en chaotische urbane leven van dit deel van de Randstad. Nadat ik had moeten toegeven dat ik mijn OVchipkaart was vergeten mee te nemen loodse hij mij - als ware ik het provinciaaltje dat ik inmiddels in feite ook ben - vakkundig en zonder poeha door de catacomben van de Rommeldamse ondergrondse, wees mij minzaam waar ik mijn inmiddels duur verwonnen kaartje tegenaan moest houden en wachtte een aantal malen met beschermengelengeduld totdat ook ik mij daarheen spoedde waar hij even tevoren al was gearriveerd.

En dat allemaal terwijl uitgerekend ik de oudste (en dan toch dus ook wijste?) van ons tweeën ben. Wij schelen welgeteld precies twaalf dagen en dat merk je uiteindelijk toch. Twaalf is namelijk niets minder dan een Bijbelse volheid, dus vandaar natuurlijk. Maar desalniettemin. Na mijn bezoek aan mijn native city voelde ik mijzelf niet zozeer ouder en wijzer, maar voornamelijk sadder en wiser. Ach, er staat ook niet voor niets in de Heilige Schrift "kennis vermeerdert smart" geschreven.

En over kennis gesproken: zouden ze bij de LOI ook een cursus Randstedelijk leven voor senioren hebben? Dan wil ik daar graag eens naar toe. Kan ik daar als jongste lekker weer eens de Peter Pan uithangen!






1 opmerking:

Greet zei

4-0! Ja, ja. De eersten zullen de laatsten zijn. En: hoogmoed komt voor de val.
Overigens, nog een mooi cadeau gekocht in Rommeldam?