Helaas zijn voor onze puberpollen de dagen van het
fruithapje voorgoed voorbij. Sinds ze op de middelbare zitten gaat er geen
appel of mandarijn meer mee naar school, waaruit maar weer blijkt dat eerder
behaalde successen geen garantie bieden voor de toekomst. De heren blieven geen
fruit meer, dus moeten ze met zachte dwang worden geholpen. Eerst fruit, dan
snoep, is nu ons motto.
Het is echter vechten tegen de bierkaai. Hoe meer wij
erop aandringen, hoe meer de vruchten der aarde worden veracht. Ook het aanlokkelijke
geloofsinzicht dat we op weg zijn naar een land van melk en honing maakt tegenwoordig
verdacht weinig indruk. Hun interesse gaat vooral uit naar de vleespotten,
hoewel ze daarbij niet perse een voorkeur hebben voor Egyptische, hetgeen ons
nog enige hoop verschaft. Het enige dat onze oudste nog een beetje te eh … pruimen
vindt zijn druiven, kiwi’s en vooral bananen. Neem de volgende uitdrukking
louter figuurlijk, maar hij heeft inmiddels zodanig de buik vol van appels dat
hij zeker weet dat het een bewuste keuze was van de boze heks om Sneeuwwitje
een appel op te dringen, en dat zelfs
ook zonder ingespoten gif het arme kind tegen de vlakte zou zijn gegaan. Hij
heeft met terugwerkende kracht alsnog erg met haar te doen. Voorts gelooft hij
stellig dat de boom der kennis van goed en kwaad zonder enige twijfel een
appelboom moet zijn geweest en dat we dus maar blij moeten zijn dat hij er een
heilige afkeer van heeft ontwikkeld. Geloof en bijgeloof ontmoeten elkaar niet
zelden in het vernauwde puberbrein.
Maar nadat ik onlangs weer eens de confronterende lat van vergelijking
langs zijn fruitconsumptie had gelegd, had onze oudste zowaar goed nieuws te
melden. Hij had die dag wel vijf stuks fruit achter elkaar op. Omdat het geloof
nooit te veel kan verwachten vroeg ik verheugd wat hij dan allemaal had
gegeten. Het waren vijf druiven
geweest. Uit pure dankbaarheid hierover heb ik toen onmiddellijk een appeltje
voor hem geschild.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten