woensdag 18 september 2013

Het laatste der dagen



Ik beleef deze week het laatste der dagen op de Nummerinformatiedienst. Het gaat zo slecht met deze business dat ze alle tijdelijke krachten eruit gooien. Half Nederland heeft tegenwoordig mobiel internet dus is de NID een verouderend instituut geworden. U zoekt het allemaal zelf wel op. En uit. Deze wending in mijn carrière zal weliswaar een vloek voor de portemonnee worden, maar een zegen voor mijn oren. Want elluk nadeel hep ook so se voordeel.

Het naderende einde geeft mij de vrijheid om het in toenemende mate wat minder nauw te nemen met de wurgende regeltjes bij de NID. De verstikkende eis van het afwerken van een gemiddeld gesprek tot hooguit 34 seconden, ik lach erom. De absurde opdracht om minstens 95% van alle gesprekken een correct nummer door te zetten, ook al nemen de geheime nummervermeldingen en faillissementen hand over hand toe, ik haal mijn schouders er over op. Het enige wat voor mij nog telt is de klant. Daar neem ik deze dagen alle tijd voor. Ik ben de rust zelve geworden te midden van vele stresskippen die nog langer zullen moeten voort beulen op de werkvloer. Ik strooi mild en liefdevol met telefoonnummers en werk elk gesprek rustig en kalm af. Ik ben begripvol voor een ieder en weet wanneer er vaderlijk en pastoraal moet worden ingesproken op de klant. Ik behoud mijn kalmte en stuur met zekere hand het gesprek tot een voor allen bevredigend einde. Het gevolg is dat menig vrouwelijke beller ter plekke smelt voor mijn auditieve charmes en ik niet zelden vermoed dat menig mannelijke beller mij voor de ideale buurman houdt, zo niet mij als weldoener en levensgids zou willen inhuren. Bij de gemiddelde trucker weet ik een gezellige oudejongenskrentenbroodsfeer neer te zetten en permiteer ik mij soms een kwinkslagje en bij de zakelijke beller houd ik het bij formele, beschaafde en zakelijke taal, want ik weet wie mijn pappenheimers zijn.

Het gevolg is dat de bellers eigenlijk niet eerder zo tevreden waren met mij dan uitgerekend nu. Dat dit niet helemaal overdreven is, blijkt uit het feit dat ik vandaag in mijn vier-uursdienst tot drie keer toe kreeg te horen dat ik zo vriendelijk was. De laatste keer kon een vrouwelijke beller het zelfs niet nalaten te roepen: "U bent een schatje!" U begrijpt dat ik aan het einde van deze week de Nummerinformatiedienst naast mijn schoenen lopend zal gaan verlaten.