zondag 31 juli 2011

Leven op niveau

Na ruim 54 jaar in een flat te hebben gewoond wilde ik als Heer van Stand wel eens ervaren wat het is om op niveau te leven. Het flatse (spreek uit: fletse) leven bracht weliswaar letterlijk een bepaald soort hoog niveau met zich mee, maar ik doel nu op een meer figuurlijke betekenis van dat elegante Franse woord. Verschil van stand, maar dan qua locatie, als u begrijpt wat ik bedoel.

Mede daarom bleef mijn oog steken op de webpagina betreffende een vakantiewoning waarop deze tuin was te zien:



Dit was dan eindelijk de tuin die een hoogstaand heer toekomt. Hier zou hij naar hartelust zijn Literaire Werken kunnen lezen en zijn gemoed ook anderzins verkwikken door bijvoorbeeld een eenvoudige maar voedzame maaltijd te genieten, voorafgegaan door een glas port.


Omdat de tuin in kwestie een lengte had van zo'n 200 meter en een breedte van ruim 20 à 30 meter zag ik mij genoodzaakt meerdere foto's te nemen, omdat zoveel prachtigs natuurlijk niet op één kiekje past en ik niet te beroerd ben uw jaloerse blikken nog wat verder op te rekken.


U begrijpt dat ik inmiddels gelaafd en versterkt de omgeving van Groenlo (de naam was meer dan treffend, inderdaad) heb verlaten om mij met hernieuwd elan te wijden aan mijn schone taak: in stilte veel goeds doen.
Hoewel dit geen eenvoudig werk is doe ik het graag, want een Heer van Stand weet wat zijn hoge roeping is en beseft zich terdege wanneer hij de teugels weer moet aantrekken nadat hij ze voor een korte tijd heeft laten verslappen.




Nu wilt u natuurlijk ook nog even weten welke boeken ik nu in de afgelopen week heb gelezen, want na al die jaloersheid lijkt uw nieuwsgierigheid dan bijna weer een deugd. Welnu, ik heb mij verlustigd in het werkje van mevrouw Treur die in Dorsvloer Vol Confetti frank en vrij haar jeugdervaringen treffend beschrijft, hoewel ik over haar sobere stijl niet juichend ben. Dat laatste was wel weer het geval bij mevrouw Van der Meer (zeg toch Vonne, mallerd!) die met haar De Vrouw Met De Sleutel tot het uiterste ging van wat menselijkerwijs mogelijk is om een hoogstaand heer tot in het diepst van zijn ziel te raken. Hulde!

Och ja, mocht u willen weten waar wij precies onze vakantie hebben doorgebracht moet ik u ernstig teleurstellen. In het vooruitzicht dat deze plaats een bedevaartsoord gaat worden voor eenvoudige lieden zoals u houd ik de preciese plek geheim. Overigens mede omdat dit vakantiehuis volgend jaar hoogstwaarschijnlijk tegen de vlakte zal gaan omdat het nog net niet als bouwval kan worden beschouwd. Maar dat ziet u er niet aan af en houden wij hierbij op erewoord onder de pet.





woensdag 20 juli 2011

De OLV te Damme


De Onze Lieve Vrouwkerk van Damme is me een rare. Damme, moet u weten, is een lieflijk stadje in de buurt van Brugge. We waren daar als gezin vanuit ons vakantieadres in Zeeuws-Vlaanderen naartoe gefietst. Wij zijn namelijk dol op leuke stadjes en als beminde gelovige kun je dan de plaatselijke kerk niet ongestraft links laten liggen. Zo toog ik, geheel anders dan Kortjakje, middenin de week ter kerke. De ene kant van deze kerk bleek een naargeestige bouwval waarbij het zonder al te veel overdrijving leek alsof het nog steeds 1944 was. Vreemd genoeg kon dan de aangrenzende toren nog wel beklommen worden. Het was maar goed dat ik hoogtevrees heb, want vooral het afdalen van de 128 ongelijke treden bleek geen pretje, hoorde ik achteraf van Lydia voor wie anders geen hoogte te hoog is.
De andere kant van de kerk bestond uit een schitterende kapel waarin bij de entree een bordje opviel waarop stond te lezen dat deze kerk voorwaar geen religieus museum was, maar een huis van gebed en bezinning. Deze vrome woorden stonden echter in flagrante tegenstelling met de vele tentoongestelde religieuze voorwerpen die voorzien waren van nummertjes en aan de hand daarvan nader werden uitgelegd in een handige gratis folder.

Ik nestelde mij op de achterste rij stoelen, want een nazaat van de Reformatie moet zijn plaats weten in een roomse kerk. Ergens voor mij zat een man langdurig met zijn hoofd in zijn handen en ik bedacht dat hij natuurlijk zijn zonden zat te overdenken, hetgeen mij nogal ontroerde.

Op dat moment ging er een mobieltje af. De zijne. Mijn ontroering bevroor ter plekke en vanuit de plotseling ingevallen vrieskou in mijn ziel groeiden grillige ijsbloemen van superioriteitgevoelens. Hoe aards kun je zijn om in het huis van God niet alleen je mobieltje af te laten gaan maar ook nog te willen beantwoorden?, verontwaardigde zich de Farizeeër in mij en ik dankte de hemel dat ik niet was als deze man. Nog afgezien van al mijn tienden en vasten. Maar terwijl ik ons onderlinge geloofsverschil zo prettig aan het uitdiepen was, schoot me opeens een confronterend Bijbelgedeelte te binnen. Wee mij. Om mijn geweten te kuisen wilde ik daarom direct boete doen en zochten mijn ogen ijlings het biechthokje op. Maar dat bleek louter als curiosum in het museale gedeelte te staan, naast een paar gedateerde aflaten waar ik dus ook al niets aan had. Wat ik dus zei: de Onze Lieve Vrouwkerk van Damme is me een rare. Ik voelde me er erg in thuis.



donderdag 14 juli 2011

Paul Simon



Maar zelden kan me muziek zo raken dat ik bijna ervan in vervoering raak. Onlangs is dat toch weer eens gelukt. Oudgediende Paul Simon kreeg het N.B. voor elkaar, iets wat ik nooit had gedacht.

Begonnen als folkie in de mid-sixties, vervolgens samen met oude jeugdvriend Art Garfunkel een gouden duo begonnen (eigenlijk voortgezet, want in hun jeugd waren ze al een duo) dat met 'Bridge Over Troubled Water' hun magnum opus maakte. Altijd stoppen op het hoogtepunt, moet Paul Simon hebben gedacht om daarna als soloartiest zijn eigen weg gaan. Geen verkeerde keuze op zich, want waar schoolmeisjesposterboy Artie slechts een 'Bright Eyes' kon voortbrengen, wist Paulie telkens opnieuw sterk werk uit te brengen. In 1986 verraste hij vriend en vijand door op Afrikaanse ritmes een geheel onverwachte kant op te gaan. Zijn 'Graceland' is inmiddels een terechte klassieker geworden. Eén album later deed hij dat kunstje nog eens dunnetjes (maar eigenlijk bijna zo mooi) over op 'The Rhythm Of The Saints' en daarna werd het wat stiller rondom deze kleine grote man. Hij bracht nog wel eens een album uit, maar deukte daarmee geen pakje boter meer in.

Tot 2011. Want Paul Simon heeft nu net een nieuw album uit en wat voor één. 'So Beautiful Or So What' luidt de enigszins provocerende titel. Ik hoorde het album al op internet, omdat Simon het complete album gratis laat afspelen aan de liefhebbers. Een slimme zet, want daardoor heb ik de cd gewoon via de platenwinkel aangeschaft. Als ik iets mooi vind, wil ik het ook gewoon (legaal) hebben. Gebrande cd's zijn even leuk, als probeersel, maar waardige muziek is met recht ook wel wat waard.

Geruchten deden de ronde dat Simon het religieuze had aangeraakt op deze nieuweling. Dat klopt. Ook klopt dat Simon daarmee niet 'bekeerd' is. Maar overduidelijk is dat hij met de dingen van de eeuwigheid bezig is. Waar dat dan ook toe leidt. Maar net als bij Bob Dylan hoeven de luisteraars zich niet telkens af te vragen of de artiest in kwestie al/nog niet/nog lang niet/net niet meer/allang niet meer christen is. De luisteraar mag gewoon genieten van muziek en vervolgens bepalen hoe hij/zij zelf door het leven gaat.

Nog voordat ik me een beetje in de teksten verdiepte, voelde ik al een helende werking uitgaan van de songs van dit album. Opnieuw zijn Afrikaanse ritmes en instrumenten ruimschoots aanwezig. Maar toch weer anders dan op 'Graceland'. De gitaar krijgt dit keer wat meer de ruimte. Sommige songs swingen als een natte dobber terwijl anderen de rust laten weerkeren. En die stem, wat is die eigenlijk mooi. Die stem raakt je, die pakt je in waar je bij staat. Die stem heeft bepaald nog niet ingeboet in de loop der jaren. Die stem ontroert. Bijvoorbeeld als Simon zijn (derde!) vrouw (Edie Brickell  - de bofkont) in 'Love And Hard Times' zijn liefde toezingt. Maar ook wanneer hij in 'The Afterlife' op grappige wijze verslag doet van zijn aankomst aan de hemelpoort. Het ontvangst daar is niet helemaal zoals verwacht. En gaat het eerste nummer 'Getting Ready For Christmas Day' over de wederkomst, of gewoon over een man die van zijn karige loon iets leuks voor Kerstmis wil mee naar huis nemen? Ik wil het antwoord niet weten, want ik weet het voor mijzelf al. Want wat doen die samples uit een preek uit 1941, anders in die song? Die voegen wonderlijk genoeg iets heel moois toe.

Genoeg lieve mensen, haast je nu gewoon naar de platenboer. Vergeet internet. Laat bolle.com in zijn sop gaarkoken, die is al dik zat. Schaf dit schijfje aan en laat je meevoeren, raak ontroerd, swing mee, geniet en leef! Want het leven is so beautiful. Or so what?


En wie om nog meer mooie muziekjes verlegen zit, de volgende tips (ik kan het niet laten):

Gillian Welch - The Harrow & The Harvest
Patti Griffin - Downtown Church
Alison Krauss & Union Station - Paper Airplane
The Ghost Of A Saber Tooth Tiger - (Acoustic Sessions)
(moeilijke en lange naam voor Sean ("zoon van") Lennon en z'n bloedmooie vriendin)

zaterdag 9 juli 2011

Naar Rommeldam


Afgelopen donderdag vertrokken de Jonge Vriend en ik naar Rommeldam, de stad waar ik de eerste zeven jaren van mijn leven heb gewoond. U begrijpt dat een Heer van Stand van tijd tot tijd zijn geboortegrond moet kussen.

Eenmaal ontworsteld aan het centraal station, dat momenteel niet meer in zijn vroegere schaduw kan staan, toogden wij per fiets naar de Wilhelminapier alwaar wij ons - waar anders dan in Café Rommeldam - laafden aan koffie dan wel appelsap met een onvervalste ruime Rommeldamse appelpunt gelardeerd met een weinig kinderachtige hoeveelheid slagroom. We zaten voor de eerst komende uren wel weer even vol.
Vol goede moed en dito appeltaart fietsten wij verder naar het zuiden, omdat we het parcours volgden dat een even goede medewerker van Trouw drie jaren eerder in die kwaliteitskrant had uitgestippeld, en wie wat bewaart die heeft wat.

We passeerden Katendrecht met daarop diverse bedrijven die zich hadden gespecialiseerd in oud roest en andere hoogwaardige metalen, afgewisseld met in min of meerdere mate louche uitziende tweedhandsautoverkoopbedrijven - ook een soort handel in oud roest.

Verder pedaleerden we naar de zuidzijde van de Maashaven waar we een eeuwenoude fabriek, die letterlijk mooi was van lelijkheid, even letterlijk links lieten liggen. Het geval bleek van dichtbij door een kek en trendy bureau overgenomen, want die jongens weten heel precies wat mooi lelijk is.

De Waalhaven kwam in zicht en we stopten even om een pier op te lopen zodat de gezonde havenlucht nog wat dieper in onze poriën door zou dringen. Ons voorlopige einddoel was de Heijplaat, waar we drie lange kwartieren moesten wachten voordat de boot kwam die ons weer naar het noorden bracht. Dat noorden was in ons geval van lang wachten de toepasselijk genaamde St. Jobshaven, dat vlak bij de Coolhaven bleek te liggen. Juist daar woonde de Heer van Stand van zijn zesde tot zijn zevende levensjaar, met gratis uitzicht op de gelijknamige binnenhaven, onder de figuurlijke rook van de Euromast. Veel Rommeldamser dan dat kun je niet worden.



Even verder lag Delfshaven, waar  ooit de legendarische Pilgrimfathers naar het verre Amerika vertrokken, maar dat kon de Jonge Vriend inmiddels weinig meer boeien. Temidden van al het Rommeldamse rommelde zijn maag. Maar daar weet een Heer van Stand wel raad mee. Uit dezelfde kwaliteitskrant had hij opnieuw een oud artikel bewaard waarin de kwaliteiten van de kok van Stadsbrouwerij De Pelgrim werden aangeprezen. Wie wat heeft die bewaart wat.



En zo zaten wij daar samen uit te puffen van alle stadsindrukken, herrie, rook, geraas en geronk. Heerlijk rustig op een terrasje met uitzicht op de pittoreske haven met voor de jonge vriend authentiek borstelbrood met twee Rommeldamse ("ambachtelijke") croquetten en voor uw ietsjes meer fijnproevend door het leven togende Heer twee sneden even authentiek borstelbrood maar dan overladen met smakelijke Pelgrimkaas en Pelgrimpaté met daarnaast een overheerlijke kop mosterdsoep en afgemaakt met een robuust glas koud Pelgrimwitbier. De liefde van de man gaat door de maag, en zo kwam het dat ik opnieuw verliefd werd op mijn geboortestad. Voorwaar: niet eerder was het leven van een Pelgrim zo aangenaam als hier.

Dat wij verder nog het Verzetsmuseum bezochten aan eerder genoemde Coolhaven was vooral voor de Jonge Vriend van belang. Uw Heer van Stand had zijn verzet inmiddels al gehad!





maandag 4 juli 2011

Het loflied der lauwe christenheid



(Dit lied kan worden gezongen op bovenstaande melodie)



Neem mijn leven, laat het Heer
Enigszins zijn tot uw eer.
Neem wat uren en wat tijd
Tot uw lof en dienst bereid.

 
Neem mijn lichaam, maak het mooi.
Trek mijn rimpels uit de plooi.
Maak dat ik mijn voeten zet
Op de wegen van de pret.

 
Neem mijn stem, opdat mijn lied
Wordt gehoord door elke griet.
Maak, o Heer, mijn lippen vol
Dan slaat ieders hart op hol.

 
Neem wat zilver en wat goud,
als ik maar mijn geld behoud.
Maak mijn kracht en mijn verstand
Tot een werktuig in mijn hand.

 
Neem mijn wil en maak die sterk
Dan doe’k fluitend al mijn werk.
Maak mijn hart tot mijnen troon
Dat mijn ego er in woon’.

 
Neem mijn zonden en mijn schuld
Zodat rust mij eeuwig vult
Maak dat ik, veeleisend mens,
Alles krijg wat ik maar wens.

 
Neem, o Trooster, mijn verdriet
Ik verdraag ellende niet.
Geef mij alles wat ik wil
Dan word ik weer lief en stil.

 
Neem en weeg mijn welstand, Heer.
‘t Mag nog wel een beetje meer.
Maak dat ik mij nimmer schaam
Om mijn eigen eer en faam.

 
Neem en zegen mijn bestaan
Ik wil nimmermeer vergaan.
Ik wil leven in een feest
Daarom vraag ik om uw Geest.

 
Neem niets van mij weg, o Heer
Geef mij al wat ik begeer.
Al mijn uren en mijn tijd
Zijn mij zelve toegewijd.